- KEUZE VAN DE REDACTIE
- 1965 · 4 tracks · 30 min.
Celloconcert in e‑mineur
Op. 85
Anders dan veel van zijn Engelse landgenoten, zag Elgar de uitbraak van de Eerste Wereldoorlog als een calamiteit. Hij schreef meerdere patriottistische werken in die periode, maar zonder het vuur en overtuiging van zijn beste vooroorlogse werk. In zijn Celloconcert, dat hij kort na de oorlog in 1919 componeerde, reageert hij openlijk op de verwoesting van een wereld die hij dacht te kennen. Het begint met een gedurfd statement door de solist. Maar in plaats van een typische laat-Romantische reactie van een vol orkest, komt er een bescheiden koperkwartet in met een vragende klarinet, eindigend met een gedempt akkoord van de strijkers. Dankzij de terneergeslagen, vragende frases van de solist, vergezeld van een spokend, zangerig thema van de strijkers (een van de memorabelste uit het concert) krijgen we het gevoel dat we verloren en onbekend territorium betreden. De solist pikt dan het thema van de strijkers op en leidt het orkest naar een bevlogen statement. Er is speelse pracht in het tweede deel, terwijl het langzamere derde deel subtiel en melancholisch klinkt. Het wat donkere begin van de finale gaat gepaard met verzet van de solist en even lijkt het alsof er een onstuimig slot in zicht is. Maar de muziek van de solist kan de wanhoop niet verdoezelen en laat alle kwelling los die onder het stoïcijnse concerto schuilging, waarna het gordijn valt op een korte samenvatting van de dans.