Luitsuite nr. 2 in c‑mineur

BWV997

Het sober gekleurde Suite nr. 5 heeft een ongebruikelijke structuur door het ontbreken van de traditionele delen ‘Allemande’ en ‘Courante’. Het wordt geduid als een suite, partita of, door Bachs zoon Carl Philipp Emanuel, als een prelude, fuga, sarabande en gigue voor klavecimbel. Was het stuk geschreven voor klavecimbel en luit? In ieder geval is er een kopie gemaakt door Johann Friedrich Agricola, die tussen 1738 en 1741 met Bach studeerde. Waarschijnlijk werd de versie in luitnotatie later gemaakt, misschien rond de tijd dat Bachs vriend − de grote in Dresden gevestigde luitist Sylvius Leopold Weiss − Leipzig bezocht in 1739. Aan een enigszins strenge ‘Prelude’ is een substantiële, vloeiende fuga gekoppeld. De even uitgebreide ‘Sarabande’ begint met een verwijzing naar de laatste koorzang uit de Matthäus-Passion. Het felle slotdeel ‘Gigue’ is flink uitgebreid om zo een virtuoos slot te creëren. Over JS Bachs Werken voor luit Afgezien van enkele losse stukken zoals de prachtige Prelude, fuga en allegro in Es en de intiemere Prelude in c, is Bachs muziek voor onbegeleide luit samengevoegd in vier op zichzelf staande suites die een kwart eeuw bestrijken. In tegenstelling tot die voor klavecimbel of cello, waren ze nooit bedoeld als een set. Twee ervan herzien eerdere werken voor onbegeleide cello en viool. Ondanks hun intieme en betoverende aantrekkingskracht zijn de suites controversieel. Waren ze bedacht voor luit, of eerder voor luit-klavecimbel (lautenwerk), een darmsnarig klavecimbel dat een luitachtige klank produceert? Bach had op latere leeftijd mooie exemplaren van beide instrumenten, hoewel er twijfels zijn over zijn vaardigheid.

Gerelateerde muziekstukken

  • 3
  • 9
  • 2
  • Sonate in G‑majeur
    25
  • Las Cíclades Arcaicas
    1
Kies een land of regio

Afrika, Midden-Oosten en India

Azië, Stille Oceaan

Europa

Latijns-Amerika en het Caribisch gebied

Verenigde Staten en Canada