Partita nr. 3 voor viool in E‑majeur

BWV1006

Bachs heldere en levendige Partita nr. 3 is misschien wel het positieve negatief van Partita nr. 2. Het begint niet met een sobere ‘Allemande’, maar met een adembenemend vurige ‘Preludio’. Deze kondigt een afwijking aan van de gebruikelijke volgorde van de Franse suite. Ongewoon is ook het weglaten van een sarabande. Maar Bach is gul met de dansen die hij toevoegt. Een ritmisch ingewikkelde ‘Loure’ (een dans afkomstig uit Normandië) leidt ‘Gavotte en Rondeaux’ in. Ook voegt hij een krachtige ‘Bourrée’ toe bij twee contrasterende menuetten − het eerste aristocratisch, het tweede rustiek − met zorgvuldig gekalibreerde contrasten voor extra pittigheid. Een vrolijk springend ‘Gigue’ volstaat om de aanstekelijke bruisende werking te versterken die het werk vanaf het begin animeert. Over JS Bachs Sonates en partita's voor onbegeleide viool Hoewel Bach misschien de vooraanstaandste toetsenist van zijn tijd was, begon hij zijn carrière als violist. Hij gaf de voorkeur aan het dirigeren van het orkest in Köthen vanuit de strijkerssectie. Dankzij vriendschappen met mensen zoals Westhoff en Pisendel, begreep hij het instrument door en door. Hoe diep dat begrip ging, kan worden afgeleid uit zes solo’s voor viool zonder bas, die werden verzameld in een manuscript uit 1720. De stukken vormen hoogtepunten uit de Duitse viooltraditie, en kijken nieuwsgierig naar ontwikkelingen in Italië. De reeks bestaat uit drie partita’s die de soevereiniteit van dans in de Franse suite erkennen, en drie afwisselend langzame en snelle sonates naar de regels van de Italiaanse sonata da chiesa (kerksonate).

Gerelateerde muziekstukken

Kies een land of regio

Afrika, Midden-Oosten en India

Azië, Stille Oceaan

Europa

Latijns-Amerika en het Caribisch gebied

Verenigde Staten en Canada