Cellosonate in g‑mineur

Op. 19

Rachmaninovs Sonate voor cello en piano laat zowel cellisten als pianisten schitteren. De muziek is diep expressief en laat de melodieën van de cello boven de rijke, dynamische pianotexturen uitstijgen. Rachmaninov liet zich inspireren door Anatoli Brandukov, een goede vriend en vooraanstaand Russisch cellist. Hij en de componist brachten het stuk in 1901 in première in Moskou. Rachmaninov schreef een virtuoze pianopartij voor zichzelf, waarin de piano de meeste melodieën introduceert, waarna de cello ze verder uitwerkt. Het werk begint ingetogen met een stapsgewijs opstijgende figuur op de cello, die de basis vormt voor de melodieën. Het tempo versnelt en het eerste deel is dramatisch en gevarieerd, met complexe pianolijnen die avontuurlijke harmonieën verkennen onder de lange lijnen van de cello. Het tweede deel is een levendig scherzo, waarin de cello vaak ritmes articuleert met pizzicato spel. Het derde deel, ‘Andante’, bevat een van Rachmaninovs gepassioneerdste en geïnspireerdste melodieën, vergelijkbaar in geest met zijn Pianoconcert nr. 2, geschreven in hetzelfde jaar. Het slotdeel begint met een helder, schril thema. Een vreugdevolle stemming overheerst, vooral in de coda, waar Rachmaninov een laatste vlaag van virtuositeit aan de pianopartij toevoegt om het werk op het hoogtepunt te beëindigen.

Gerelateerde muziekstukken

Kies een land of regio

Afrika, Midden-Oosten en India

Azië, Stille Oceaan

Europa

Latijns-Amerika en het Caribisch gebied

Verenigde Staten en Canada