Pianosonate nr. 11 in A‑majeur
Mozarts Pianosonate nr. 11 werd evenals drie andere pianosonates geschreven in de vroege jaren 1780. Waarschijnlijk waren ze bedoeld als lesmateriaal voor dochters van de Weense aristocratie. Maar hij zal ze ook zelf hebben gespeeld in de populaire salons van de stad. De tweede uit deze reeks, Pianosonate nr. 11, heeft de bijnaam ‘Turkse Mars’ vanwege het beroemde slot. Het werk opent met een reeks variaties in A-majeur, ‘Andante grazioso’, waarbij het thema in 6/8-maat wordt opgevolgd door zes variaties met ieder twee herhaalde secties. Het tweede deel, ‘Menuetto’, is wederom in A-majeur, maar met een harmonisch avontuurlijkere middelste sectie. Het slot, ‘Alla Turca’, is geschreven in de Turkse stijl die in de late 18e eeuw modieus was. De populaire verwijzingen naar bekkens en andere percussie-instrumenten zitten in de linkshandige arpeggio-akkoorden, die het ritmische refrein onderstrepen.