Mariss Jansons

Dirigent Mariss Jansons was altijd bedachtzaam en waardig op het podium. Intensiteit wist hij te combineren met een subliem gevoel voor de formele en dramatische vorm van een werk. Hij werd geboren in Riga in 1943 tijdens de nazi-bezetting (zijn moeder was ondergedoken toen ze beviel). Toen hij 13 jaar oud was, verhuisde hij met zijn vader, dirigent Arvids Jansons, naar Leningrad (nu Sint-Petersburg). Daar nam de legendarische dirigent Jevgeni Mravinski − niet altijd de meest genereuze man als het andere dirigenten betrof − hem onder zijn hoede. Hij studeerde aan het conservatorium van Leningrad. Toen dirigent Herbert von Karajan de Sovjet-Unie bezocht in 1968, was hij zo onder de indruk van Jansons dat hij hem uitnodigde om bij hem in Berlijn te studeren, maar de Sovjet-autoriteiten staken hier een stokje voor. Later leidde Jansons het Filharmonisch Orkest van Oslo en het Pittsburgh Symphony Orchestra naar grote internationale roem. Zijn vele opnames, vooral van werk van Beethoven, Bruckner, Mahler, Rachmaninov en Sjostakovitsj, werden wereldwijd warm ontvangen en leverden hem talrijke prijzen op. Na een ernstige hartaanval in 1996 gaf Jansons lange vluchten op en concentreerde hij zich op zijn werk in Europa, eerst bij het Symphonieorchester des Bayerischen Rundfunks, daarna bij het Koninklijk Concertgebouworkest in Amsterdam. Hoewel zijn gezondheidsproblemen bekend waren, kwam zijn overlijden in Sint-Petersburg in 2019 voor velen als een schok.