Altviool

Over de altviool

Beschouw je een ensemble als een taart, dan is een melodielijn van de altviool de vulling. Het instrument zorgt voor de nodige harmonieën in orkestwerken en kamermuziek. Als solo-instrument was de altviool lange tijd ietwat verwaarloosd, maar dat is in de laatste eeuw langzaam maar zeker veranderd. Solisten en kamerensembles zorgden ervoor dat de altviool weer vaker in de schijnwerpers staat. De altviool is vaak het werkpaard van een strijkkwartet of orkest, wat verklaart waarom partijen voor het instrument in barokke en classicistische werken vaak vooral functioneel zijn. In het tijdperk van de romantiek veranderde dat. Nieuwe harmonische mogelijkheden voor de altviool zorgden ervoor dat de altviool vaker de aandacht greep. In de 20e eeuw plaveiden onder anderen componisten als William Walton, York Bowen en Rebecca Clarke het pad voor de altviool als solo-instrument. Maar er zijn meer periodes in de muziekgeschiedenis waarin de altviool een glansrol speelde. Luister bijvoorbeeld naar de verbeelding van een trouwe herdershond in het langzame deel van Vivaldi’s ‘Lente’ uit De vier jaargetijden, het berouw in het slot van Paul Dukas’ scherzo L'apprenti sorcier of de schitterende momenten in de strijkkwartetten van Beethoven.

Kies een land of regio

Afrika, Midden-Oosten en India

Azië, Stille Oceaan

Europa

Latijns-Amerika en het Caribisch gebied

Verenigde Staten en Canada