Carlo Maria Giulini

Carlo Maria Giulini (1914-2005) bewoog van de wereld van de opera naar die van de symfonieën en weer terug. De Italiaan studeerde aan de Accademia Nazionale di Santa Cecilia te Rome, waarna hij werd opgeroepen door het leger om te dienen tijdens de Tweede Wereldoorlog. In 1944 debuteerde hij als dirigent van het orkest van de academie, waarna hij van 1953 tot 1956 chef-dirigent was van het Teatro alla Scala. Daar zette hij minder bekend repertoire op het programma en nam hij in 1955 Verdi’s La traviata op met sopraan Maria Callas. Dat album groeide uit tot een klassieker. Vanaf 1968 legde hij zich toe op orkestrale werken. Het Chicago Symphony Orchestra, Philharmonia Orchestra en Vienna Symphony verwelkomden hem regelmatig als gastdirigent, en van 1978 tot 1984 was hij muzikaal directeur van het Los Angeles Philharmonic Orchestra. Daar keerde hij nog eenmaal terug naar de opera, met een productie van Verdi's Falstaff die ruim 1 miljoen dollar kostte. Pas relatief laat kwam hij toe aan de symfonieën van Beethoven, die hij met een spirituele gloed vertolkte. Giulini overleed in 2005 op 91-jarige leeftijd.