Royal Philharmonic Orchestra

Het Royal Philharmonic Orchestra (RPO) is een van de meest flexibele en innovatieve Britse orkesten. In de jaren 80 richtte het orkest zich ook op populaire muziekgenres, kwam er een eigen platenlabel en werden laagdrempelige muziekopleidingen aangeboden. Deze pogingen om een breder publiek te bereiken werden niet door iedereen gewaardeerd, maar die aanpak bleek wel zijn tijd vooruit te zijn. Het RPO werd in 1946 opgericht door Sir Thomas Beecham, die 14 jaar eerder al de oprichter was van het London Philharmonic. De reputatie van het RPO werd gevestigd met een uitverkochte Amerikaanse tournee in 1950 en een reeks uitstekende albums voor EMI/Warner, inclusief uitvoeringen van Joseph Haydns Londense symfonieën (opgenomen in 1957 en 1958), Frederick Delius’ Brigg Fair (opgenomen in 1958) en twee delen met ‘lollipops’, zoals Beecham orkestrale miniaturen noemde. Na het overlijden van Beecham in 1961 kreeg het orkest te maken met politieke strubbelingen, waaronder een poging om de koninklijke titel af te nemen. Toch overleefde het RPO die stormen, waarna medio jaren 80 onder leiding van enkele inspirerende muziekdirecteuren de weg omhoog werd gevonden. Enkelen van hen waren André Previn, Vladimir Asjkenazi, Daniele Gatti, Charles Dutoit en vanaf 2021 Vasily Petrenko. Het orkest werd geprezen om de reeks klassieke spektakels in de Royal Albert Hall. Pas in 2004 kreeg het RPO een permanent thuis: Cadogan Hall in Londen.