Bedřich Smetana

In Tsjechië geldt Bedřich Smetana (1824-1884) als nationale held en vader van de Tsjechische muziek. Voor velen is hij nog steeds ongeëvenaard als muzikaal vertolker van de landschappen van zijn land. Er werd alleen Duits gesproken in het middenstandsgezin waarin Smetana opgroeide, maar hij leerde de inheemse taal en dook in de lokale volksmuziek. Zijn muzikale talenten werden al vroeg zichtbaar. In combinatie met zijn vaderlandsliefde leverde dat meesterwerken op in de nationale traditie, zoals de epische opera Dalibor (1868) en de ontzettend populaire pastorale komedie Prodaná nevěsta (De verkochte bruid, 1866). De absolute publieksfavoriet blijft de set van zes beeldende symfonische gedichten van Má Vlast (Mijn vaderland, 1874-79), sinds 1952 jaarlijks te horen bij de opening van het klassieke muziekfestival Praagse Lente. Tragisch genoeg was Smetana niet in staat om te genieten van zijn verder rijzende succes in zijn late jaren. Een infectie zorgde ervoor dat hij doof werd en daarna geestesziek werd, en hij overleed vlak nadat hij werd opgenomen in een psychiatrische kliniek in Praag.