The Cleveland Orchestra

Het Cleveland Orchestra wordt algemeen gezien als een van de beste orkesten ter wereld, dankzij de langlopende strategie van veel op tournee gaan en opnemen om een zo breed mogelijk publiek te bereiken. De organisatie groeide snel na de oprichting in 1918 door promotor Adella Prentiss Hughes (die het gezelschap van de grond kreeg samen met de eerste dirigent van het orkest, Nikolai Sokoloff). Het orkest speelde in 1922 in Carnegie Hall en bracht twee jaar later een opname uit van Tsjaikovski’s Ouverture 1812. George Szell, chef-dirigent van het Cleveland Orchestra tussen 1946 en 1970, hielp het ensemble internationaal te groeien. Met een veeleisend oor verbeterde Szell de akoestiek van de lokale podia van het orkest. Ook leidde hij het ensemble op zijn eerste Europese tournee en later tijdens optredens op prestigieuze festivals. Szells opvolgers behielden zijn voorliefde voor ongerepte klanken en eersteklas muzikaliteit, waardoor de albums van het orkest goed verkochten, vooral tijdens de termijn van regisseur Christoph von Dohnányi in de jaren 80 en 90. Tegenwoordig treedt het Cleveland Orchestra het hele jaar door op, inclusief zomerconcerten buiten in het Blossom Music Center (een idyllische omgeving die het orkest de kans geeft om meer pop-georiënteerde zaken zoals filmmuziek te verkennen). En het blijft internationaal toeren. Voor het honderdjarig jubileum van het Cleveland Orchestra koppelde chef-dirigent Franz Welser-Möst de muziek van Beethoven aan de Griekse god Prometheus.