Contratenor
Over contratenor
Veel luisteraars reageren geshockeerd wanneer ze voor het eerst een contratenor horen: een hoge, zoete contra-alt, gezongen door een volwassen man. Het is zeker ongebruikelijk en was lang vrijwel ongekend. In mannelijke middeleeuwse religieuze ordes was het logisch voor mannen om hun hogere falseregister te cultiveren. Maar het was en blijft een zeldzame en zeer uitdagende techniek. Een aantal eeuwen werd een vergelijkbaar resultaat bereikt met castraten: mannen die voor de puberteit operatief werden verminkt om hun hoge jongensachtige stem te behouden. Een ware contratenor kan dezelfde muziek zingen als een castraat, zonder zulke drastische methoden. En met de herontdekking van de barokopera, in het midden van de twintigste eeuw, beleefde deze stem een enorme heropleving. Tegenwoordig vertolken contratenoren de grote castraatrollen uit de barok, waaronder prinsen (zoals Nero in Monteverdi’s L’incoronazione di Poppea), helden (Händels Rinaldo en Giulio Cesare) en mythologische figuren (Glucks Orfeo ed Euridice). Ook blazen ze luitliederen uit het tijdperk van het Huis Tudor en klassieke cantates nieuw leven in. Ondertussen is de unieke, soms onaardse sound van de contratenor ook met grote vreugde benut door moderne componisten, onder wie Adès, Britten, Ligeti, Glass en – in Jesus Christ Superstar – Andrew Lloyd Webber.
