Léo Delibes

In de tijd dat balletmuziek vaak als niet meer dan dansmuziek werd gezien, zette Léo Delibes het theaterorkest volledig in de schijnwerpers. Dat deed de Franse componist met een combinatie van betoverende melodieën en opwindende ritmes. Zijn impact was zo groot, dat balletmaestro Tsjaikovski vond dat Delibes een betere componist was dan Wagner. De in Saint-Germain-du-Val geboren Delibes werd op 12-jarige leeftijd toegelaten tot het conservatorium van Parijs, waar hij les kreeg van de vooraanstaande ballet- en operacomponist Adolphe Adam. Delibes begon zijn carrière met komische opera's, maar zijn grote doorbraak kwam toen hij werd uitgenodigd om twee aktes met balletmuziek te componeren voor La Source (1866). De rest werd geschreven door Ludwig Minkus (ook bekend als Léon Minkus). Zijn talent voor dansmuziek was zo overtuigend, dat hij werd gevraagd om twee volledige balletpartituren te schrijven die directe klassiekers werden: Coppélia (1870) en Sylvia (1876). Toch beschouwde hij zichzelf voornamelijk als een componist van vocale muziek. Na enkele minder goed ontvangen werken, scoorde hij een voltreffer met de exotische opera Lakmé (1883). Het stuk, waarvan het verhaal zich afspeelt in India, bevat de befaamde aria ‘Bloemenduet’. Delibes overleed in 1891 op 54-jarige leeftijd.